Vooraleer in 1865 de eerste Gemeenteschool van Wijgmaal werd opgericht, met haar eerste onderwijzer, Henricus-Theophilus Wittebols, was “Lowieke de Dopper”, een oud-tamboer uit het leger, rond 1860 op de Wakkerzeelsebaan een “occasiemeester” die zich met de jeugd inliet. Het moet zijn dat Lowieke zich gewetensvol van zijn zware taak ter harte nam, want zijn school had een goede naam bij het volk, en ze werd dan ook druk bezocht. Hoofdzaak was de kinderen van de straat te houden en de tijd nuttig te besteden.
Het feit dat kinderen van Wijgmaal in Herent naar de gemeenteschool trokken was de ultieme aanleiding om de Gemeenteschool op te richten. De mensen die Henricus-Theophilus Wittebols gekend hebben, spreken enkel met lof over de eerste meester die gedurende eenenveertig jaar met ongewone toewijding zijn beste krachten besteedde aan de opleiding van de hem toevertrouwde jeugd. Dat was niet altijd even gemakkelijk; en ja, soms kwam er al eens een flinke oorveeg van zijn zware hand bij te pas, of een scherpe klop van zijn regel… Dat was niet zo rap vergeten. Jarenlang stond hij alleen voor de meer dan honderd kinderen die de daglessen volgden, zodat in 1880 moest uitgezien worden naar een tweede lokaal. Als hulponderwijzer werd zijn zoon Teofiel aangesteld en al snel (in 1907) kwam er een derde en een vierde klas (in 1927) bij. Daarbij stond meester Wittebols ook nog in voor de avondschool in de Remy fabrieken.
In het begin was de school gemengd: jongens en meisjes volgden dus hetzelfde programma, met dit verschil dat voor sommige meer vrouwelijke vakken: breien, naaien, en zo meer, beroep werd gedaan op de medewerking van een vrouwelijke leerkracht. Spoedig bleek dan toch dat een doelmatige opleiding voor meisjes wel anders ligt dan voor jongens. Eveneens rekening houdend met de immer aangroeiende bevolking, was Pastoor Bellon erg gesteld op afzonderlijke onderwijsinrichting voor de vrouwelijke jeugd van zijn parochie.
In de “Annalen van Tildonk 1888-1901”, lezen we betreffende de meisjesschool van Wijgmaal het volgende: “A. Bellon, de ijverige pastoor van deze nieuwe parochie, wenste sedert geruime tijd een door kloosterlingen bestuurde meisjesschool. Daar hij niet over het nodige geld beschikte kwam de voorzienigheid hem ter hulp. Hij legde zijn verlangen bloot aan de heer Jan Van Bladel, pastoor van Herent. Nu was het zo dat deze over een niet onbelangrijk bedrag kon beschikken voor “goede werken”, en onmiddellijk besloot hij het aan te wenden voor die school, waarmee verscheidene families van zijn uitgestrekte parochie zouden gediend zijn. Hij liet tussen de twee dorpen, een mooi klein huis bouwen voor de zusters en enkele klaslokalen. De pastoor van Wijgmaal stelde zich dan in betrekking met het klooster van Tildonk, om er de nodige meesteressen los te krijgen. Op 26 september 1893 werd de school geopend: meer dan honderd kinderen werden ingeschreven, en enkele maanden later waren het er over de tweehonderd: sindsdien groeide de instelling, en er werd ook een bloeiend patronaat opgericht.”
De zusters Ursulinen van Tildonk ontfermden zich over de schoolgaande meisjes van Wijgmaal. Van deze beginperiode van de geschiedenis van onze school vermelden we Eerw. Moeder Gertrude, Moeder Angele en E. Zuster Cornelie, welke respectievelijk meer dan 30 en meer dan 40 jaar hun beste krachten wijdden aan het onderwijs der Wijgmaalse kinderen.